Doel |
Op basis van een door het bevoegd gezag vastgestelde geluidsbelasting als gevolg van buitenlawaai, bij nieuwbouw een aanvaardbaar geluidsniveau verkrijgen in ruimten die zijn bestemd voor het verblijven van mensen. |
Bepalingsmethode |
NEN 5077 |
Terminologie & afkortingen |
|
Samenhang met andere artikelen |
Afdeling 3.4 - |
Lid 1 |
Bij een krachtens de Wet geluidhinder of de Tracéwet vastgesteld hogere- |
|
Lid 2 |
Bij een krachtens de Wet geluidhinder of de Tracéwet vastgesteld hogere- |
|
Lid 3 |
Indien dit leidt tot een lagere karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie
dan bij toepassing van het eerste of tweede lid het geval is kan de in het eerste
en tweede lid bedoelde geluidsbelasting worden bepaald volgens het reken- |
|
Lid 4 |
Op een inwendige scheidingsconstructie van een gebied als bedoeld in het eerste en tweede lid, die niet de scheiding vormt met een verblijfsgebied van een aangrenzende gebruiksfunctie waarop het eerste en tweede lid van toepassing zijn, zijn deze leden van overeenkomstige toepassing. |
|
Lid 5 |
Een scheidingsconstructie als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid van een verblijfsruimte heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering die maximaal 2 dB of dB(A) lager is dan de karakteristieke geluidwering als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid van het verblijfsgebied waarin de verblijfsruimte ligt. |
Lid 1 |
Een te bouwen bouwwerk biedt in een verblijfsgebied bescherming tegen geluid van buiten. |
Lid 2 |
Voor zover voor een gebruiksfunctie in tabel 3.1 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften. |
Lid 3 |
Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 3.1 geen voorschrift is aangewezen. |
|
Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering met een minimum van 20 dB. |
Lid 1 |
Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied van een gebruiksfunctie
in een krachtens de Luchtvaartwet of de Wet luchtvaart vastgestelde Ke- |
|
Lid 2 |
Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied van een gebruiksfunctie
in een voor de luchthaven Schiphol op de kaarten in bijlage 3B, nummer 4, van het
Luchthavenindelingbesluit Schiphol aangewezen gebied of een krachtens de Wet luchtvaart
vastgestelde 56 dB(A) Lden beperkingengebied of een vastgestelde 35 Ke- |
|
Lid 3 |
Op een inwendige scheidingsconstructie van een gebied als bedoeld in het eerste en tweede lid, die niet de scheiding vormt met een verblijfsgebied van een aangrenzende gebruiksfunctie waarop het eerste tot en met tweede lid van toepassing zijn, zijn deze leden van overeenkomstige toepassing. |
|
Lid 4 |
Een scheidingsconstructie als bedoeld in het eerste tot en met derde lid van een verblijfsruimte heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering die maximaal 2 dB of dB(A) lager is dan de karakteristieke geluidwering als bedoeld in het eerste tot en met derde lid van het verblijfsgebied waarin de verblijfsruimte ligt. |
|
Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn de artikelen 3.2 tot en met 3.4 van overeenkomstige toepassing, waarbij in plaats van het in die artikelen aangegeven niveau van eisen wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau. |
|
Lid 1 |
Op het bouwen van een tijdelijk bouwwerk zijn de artikelen 3.2 tot en met 3.4 van overeenkomstige toepassing, waarbij wordt uitgegaan van een niveau van eisen dat 10 dB of dB(A) lager is dan het in die artikelen aangegeven niveau. |
|
Lid 2 |
In afwijking van het eerste lid wordt bij toepassing van artikel 3.4, derde lid, uitgegaan van een karakteristiek geluidniveau in het verblijfsgebied van ten hoogste 30 dB. |
|